Skip to main content

WAB: wat betekent dat voor arbeidsmigranten

Het aantal zzp’ers is de afgelopen jaren explosief gestegen en zij zijn min of meer ongrijpbaar voor het sociale stelsel. De overheid wil het speelveld graag omkaderen.

Waarom een Wet Arbeid in Balans?

De insteek van de overheid is kort gezegd: flex minder flex en vast minder vast maken. Daarnaast is het aantal zzp’ers de afgelopen jaren explosief gestegen en zij zijn min of meer ongrijpbaar voor het sociale stelsel. De overheid wil het speelveld graag omkaderen.

Welke impact heeft de wet op arbeidsmigranten?

Voor de WAB maakt het niet uit of een uitzendkracht uit Nederland of het buitenland komt, dus de effecten zijn voor arbeidsmigranten niet anders dan voor Nederlandse flexwerkers.

Hoe zit het met het recht op loon?

Als oproepkracht heb je recht op uitbetaling van loon als binnen vier dagen de oproep om te komen werken, wordt ingetrokken of gewijzigd. Deze regeling geldt ook voor uitzendkrachten! Let wel: in de cao mag de termijn van vier dagen worden teruggebracht tot maximaal 24 uur. Onderhandelingen over de nieuwe ABU/NBBU-cao lopen nog, dus welke termijn daarin wordt opgenomen moeten we afwachten. Denk erom dat het zeker in het kader van ‘recht op loon’ belangrijk is om goed te documenteren wanneer een flexkracht is opgeroepen. Automatisering kan daarbij helpen.

En hoe werkt de ketenregeling voor uitzendkrachten?

Een werkgever mag een ‘gewone’ werknemer drie maal een tijdelijk contract aanbieden. Dus na het derde contract wordt het óf een contract voor onbepaalde tijd óf werkgever en werknemer gaan uit elkaar. De uitzendbranche kent de faseregeling: de eerste 78 weken mag een werkgever gebruik maken van het uitzendbeding. Dat betekent dat een uitzendkracht alleen de uren betaald krijgt die hij of zij daadwerkelijk heeft gewerkt of waarvoor de uitzendkracht is opgeroepen. Na die 78 weken krijg je een termijn van in totaal 4 jaar waarin de werkgever 6 contracten mag aanbieden. Dus pas na 5,5 jaar komt een uitzendkracht in de situatie dat er sprake is van een contract voor onbepaalde tijd. Aan de faseregeling verandert met de introductie van de WAB niets, behalve voor payrollbedrijven. Vanaf januari 2020 mogen payrollbedrijven de faseregeling niet meer toepassen, maar de ketenregeling. Zo bekeken is de payrollkracht geen uitzendkracht meer.

Over naar de transitievergoeding.

Nu is het zo dat een werknemer die, na minstens twee jaar in dienst te zijn geweest, wordt ontslagen of het contract wordt niet verlengd, recht heeft op een transitievergoeding. Die vergoeding is bedoeld als potje voor bijvoorbeeld herscholing of aanvulling van een eventuele uitkering. Per 1 januari gaat de transitievergoeding vanaf de eerste werkdag in dienst gaat tellen. Ook als dat een uitzendkracht is!

Werkgeverspremies, wat verandert daar?

Wat met de WAB ook verandert: de hele financiering van het sociale stelsel gaat op de schop. De financiering van de WW wordt op een andere leest geschoeid. Dat heeft grote impact. Nu betaal je als werkgever een premie, die afhankelijk is van de sector waarin je werkt. Straks wordt de WW-premie voor alle sectoren hetzelfde voor iedereen met een vast contract en vastgesteld aantal uren, en een substantieel hogere premie voor iedereen met een niet-vast contract. Dat verschil zal ongeveer 5 procent zijn en dat maakt flexkrachten wel een stuk duurder, ook mensen met een oproepcontract. Er zijn uitzonderingen: jongeren die minder dan 12 uur per week werken bijvoorbeeld. En: als een vaste werknemer meer werkt dan in het contract staat en dat verschil meer dan 30 procent is, wordt het hogere ‘flex’-tarief gerekend met terugwerkende kracht. Ook hier is een goede documentatie via software vereist en het heeft stevige gevolgen voor de aangifte loonheffingen, vooral bij correcties op oude periodes! Het premiestelsel voor de Werkhervattingskas blijft voorlopig nog wel onderverdeeld in sectoren, waarbij overigens alle payrollbedrijven worden ingedeeld in sector 45 en uitzendbureaus in sector 52.

Wordt een uitzendkracht duurder?

Ja, ‘voordeel’ is wel dat inleners met hun eigen flexpersoneel ook te maken hebben met kostenverhoging door bovenstaande onderwerpen.